In mei 2022 is een wetsvoorstel in behandeling die gemeenten en waterschappen verplichten om externe partijen in te schakelen om voor een rekenkamer te zorgen. Het is een voorstel dat het inzetten van een rekenkamer landelijk op een uniforme wijze laat verlopen in plaats van dat dit op lokaal niveau wordt gereguleerd.
Het idee erachter is om het probleem bij waterschappen en gemeenten waar een rekenkamer ontbreekt of die slaapt op te lossen door een rekenkamer verplicht te maken en daarnaast dus aan een onafhankelijke organisatie uit te besteden. Ondanks dat dit op papier als een goed wetsvoorstel klinkt zitten er wel haken en ogen aan deze nieuwe methode. De vraag is namelijk of de kwaliteit en de cultuur door zo’n ingrijpende structuurwijziging behouden blijft en of dit de huidige manier ten goede komt. De grote onzekerheid en het gebrek aan vertrouwen zorgt daardoor voor onrust bij de verschillende verenigingen die over de uitvoer van dergelijk beleid gaan.
Veel weerstand voor het voorstel
Onder andere de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), Unie van Waterschappen en andere verenigingen zoals die van Raadsleden en die van Griffiers hebben zo hun bedenkingen bij deze wetswijziging. Gezamenlijk hebben ze een brief geschreven aan de Tweede Kamer om hun ongenoegen en bezwaren te uiten. Deze organisaties pleiten voor een geoptimaliseerde en lokale aanpak die past binnen de manier van het lokale bestuur. Op maat kan een rekenkamer veel meer uitrichten dan vanuit een externe groep. Het bezwaar is dan ook niet gericht tegen de verplichting van een rekenkamer of het inzetten van een externe rekenkamer, maar tegen het ontnemen van de mogelijkheid om bijvoorbeeld als gemeente zelf een eigen rekenkamer te hebben met zelf gekozen raadsleden. Als je het zorgvuldig uitkiezen van nieuwe leden voor de raad wilt uitbesteden kan dat bij Board Refreshment.
Verder zijn de leden voor een verplichte externe rekenkamer niet op maat uitgekozen, terwijl die voor huidige rekenkamers in de meeste gevallen zorgvuldig gekozen zijn om hun de aangewezen rol te vervullen. Het gevolg is dat zelf gekozen raadsleden en algemene bestuursleden na doorvoering van deze wet niet meer aan de raad kunnen deelnemen. De afstand tussen het bestuur en de raad wordt zo onnodig vergroot. Verder is het goed functioneren van een rekenkamer afhankelijk van de interactie tussen gemeenteraadsleden en de leden van de rekenkamer wat met de wetswijziging teniet wordt gedaan.
Omvang van wetswijziging te groot
Naast de opvatting dat de wijzigingen niet het beoogde effect zullen hebben om de rekenkamerfunctie op lokaal niveau te verbeteren wordt de mening gedeeld dat een uniforme wetswijziging als deze veel te grootschalig is. Alle Nederlandse gemeenten zullen bij de invoering ervan dan ongewenste veranderingen moeten introduceren. Niet alleen zullen alle leden van de rekenkamer moeten worden vervangen, maar ook zullen de omgangsvormen met de bestuursraad drastisch op de schop moeten. De wetswijziging is volgens velen daarom te groot van omvang.
Andere opties
Waar wel animo voor is onder deze verenigingen is het traject dat reeds is ingezet door de minister wat als gevolg van de aanbevelingen van de werkgroep van lokale rekenkamers in werking is gesteld. Daarnaast hebben de verenigingen een andere oproep aan de minister en de kamer. En dat is om financieel bij te springen om de kwaliteit en de cultuur van lokale rekenkamers te bevorderen in plaats van te kiezen voor een uniforme oplossing.